Sprookjes van Andersen naverteld door Martine Bijl, 1970-1975
Eppo Doeve was een fenomenaal
handige illustrator. Dat komt niet alleen doordat hij eindeloos veel tekende, maar ook omdat hij alles
in zijn hoofd had zitten. Heel precies.
In tegenstelling tot andere
fenomenaal handige tekenaars, zoals Peter van Straaten en Thé Tjong-Khing, ging
het hem niet om een globale, snelle karakterisering (een kunst apart), maar
juist om de details. Het is bij Doeve niet ‘less is more’, maar bij hem is
‘more’ ook echt ‘more’: meer lijnen leveren meer expressie en meer diepging op.
Hij was wat dat betreft een echte (magische) realist. Er schuilt meer achter
zijn realiteit. De illustraties bij de Sprookjes van
Andersen balanceren op de grens tussen de harde werkelijkheid en het
onbenoembare, het vervreemdende. Precies wat die sprookjes zo onsterfelijk
maakt. Saskia de Bodt